Jan-Willem van den Akker houdt van ‘lekker losjes uit de pols’
Door Chris Korsten
Z’n gasten op een spontane manier het hemd van het lijf vragen, dat is Jan-Willem van den Akker wel toevertrouwd. Vanavond in Theater aan de Parade wordt tijdens het event Ode aan Doe Maar de 500ste aflevering van In Gesprek Metopgenomen. ‘Zijn’ feel good tv-programma, dat in de huidige format al jaren elke woensdag door DTV wordt uitgezonden, behoort nog altijd tot de categorie must-have-seen.
Het is een mooi gezelschap bij elkaar. Bob Dylan, Phil Collins, Neil Young, Sting, -om eens wat namen te noemen- staren je vanaf een muur kordaat aan. Hun beeltenissen, gevangen op platenhoezen uit vervlogen tijden, roepen snel allerlei herinneringen en associaties op. Vlakbij bevindt zich een klein arsenaal aan muziekinstrumenten, met een koppeltje pauken als ware eyecatchers. Welkom in de studio van Media Presentaties, de onderneming van Jan-Willem van den Akker(57). Aan de overzijde prijkt een muurvullende afbeelding van The Last Waltz, een docufilm uit de jaren ’70 over het afscheidsconcert van The Band. „De film, die ik tig keer heb gezien, heeft mijn leven beïnvloed. Het meesterwerk van Martin Scorsese heeft deuren voor me geopend. Ik ben andere muziekstijlen gaan waarderen”, steekt de Bossche presentator en programmamaker van wal. „In ons gezin stond namelijk klassieke muziek centraal. Mijn vader was dirigent-organist van een orkest waarvan ook mijn broer Alex, mijn zussen Melianie en Angelique, en ikzelf deel uitmaakten. Thuis klonk geregeld de trombone, dwarsfluit en viool. Ik pingelde er nog een potje piano tussendoor. Moeder zorgde voor koffie en gezelligheid.”
Dat de beleving en waardering van (favoriete) muziek al een jaar of zes de rode draad vormt van In Gesprek Met is voor een belangrijk deel te herleiden naar zijn muzikale opvoeding en achtergrond. „Muziek blijft bovendien altijd hangen, de herinneringswaarde is dikwijls groot. Daarin zit tevens de kracht van het concept. Je kunt er niet over uitgepraat raken. Een ander wonderbaarlijk gegeven is dat achter muziek veel diepgang kan schuilen. Mijn vader zei treffend: muziek kun je spelen, maar interessanter is achter de noot te kunnen lezen.”
Hoewel het programma in de loop der tijd op genoeg enthousiaste reacties van kijkers heeft mogen rekenen, heeft Van den Akker geen specifieke (journalistieke) opleiding genoten. „Ik ben selfmade. Ach, al doende leer je. Boschtion TV was voor mij een goede leerschool.”
In 2005 vroegen zijn huidige regisseur Harm van Houten én steun en toeverlaat Kees de Bakker of-ie belangstelling had de meest uiteenlopende items te belichten. „Daar had ik wel oren naar. De ene keer deed ik verslag van een duel van FC Den Bosch of een andere sportwedstrijd, de andere keer coverde ik een cultureel evenement. Dat alles puur op vrijwillige basis. Meestal verliep het op rolletjes. Drie jaar later kwam een andere wens mijn kant op. Of ik er misschien iets voor voelde speciaal voor Boschtion TV een talkshow van de grond te brengen? Óók die kans heb ik met beide handen gegrepen.”
Nadat de formule met één centrale gast helder was geworden, ging Van den Akker op zoek naar zijn eerste ‘slachtoffer’. „Het ging weliswaar om een try-out, wat niet weg nam dat ik gelijk een blitzstart wilde maken, met de juiste guinea pig. Ik kwam al snel tot de conclusie dat mijn schoonzus Mieke van den Akker-Lathouwers (voorzitter van HC Den Bosch van 2006-2018, red) de meest voor de hand liggende kandidaat zou zijn.” En zo was de geboorte van het programma een feit. De opnames vonden telkens plaats in het krap bemeten kantoor van de lokale omroep. Zowel prominente als minder prominente (Bossche) gasten passeerden de revue.
In 2013 ontstond de samenwerking met kartrekker William van Drunen van Medialeerpark Van Maerlant, dat en passant als nieuwe opnamelocatie fungeerde. De partnership is overigens nog steeds actueel. „Het biedt de kans aan de leerlingen hun skills te ontwikkelen op het gebied van onder meer camerawerk.” In februari 2015 hield Boschtion op te bestaan; TV73 bood onderdak aan In Gesprek Met, dat vervolgens in 2018 verhuisde naar DTV. In al die jaren was de focus variabel en nog niet expliciet gericht op muziek. Dat veranderde begin 2020, met de inmiddels overleden muziekjournalist Bert van de Kamp als eerste gast. „Het is logisch dat dit concept garant staat voor de uitbreiding van je persoonlijke muziekkennis. Zo kwam Bert op de proppen met voor mij onbekende cracks onder wie Stephen Foster en de band Steamhammer. Ja, zoiets vind ik smullen.”
Een andere opvallende wijziging was dat alle opnames zich voortaan voltrokken in de studio van Media Presentaties, met Sander Gijsbers als uitbreiding van het team. Karakteristiek aan de uitzendingen is dat geïnterviewden doorgaans gevraagd wordt een muziekgerelateerd top-3 lijstje prijs te geven.
Dat schreeuwt uiteraard om een koekje van eigen deeg. De drie meest gedenkwaardige concerten die Van den Akker tot op heden bezocht heeft? „Op drie een concert van Crosby&Nash in 2011 in de RAI. Tweeënhalf uur genieten. Op twee een optreden van Neil Young en zijn band Crazy Horse in 2001 in Ahoy. Erg rauw, kreeg last van piepende oren. Op één een concert van Bob Dylan met Tom Petty and the Heartbreakers, óók in Ahoy. Na veertig minuten gaf Dylan er zomaar de brui aan; hij was blijkbaar niet in vorm.”
Eveneens typisch is het open en spontane karakter van het programma. „Ik bereid zo min mogelijk voor. Gewoon lekker losjes uit de pols. Een bewuste keuze. Ik wil dat het gesprek eerlijk en oprecht verloopt, pas dan ontstaat een authentieke sessie. Niets is zo tenenkrommend wanneer een interviewer bij een vraag quasi-verbaasd in de camera kijkt, terwijl het antwoord al duidelijk is. Evenmin ben ik gecharmeerd van een interviewer die een bepaald standpunt bevestigd wil zien. De Amerikaan Dick Cavett is een van mijn grote voorbeelden qua interviewtechnieken. Hij is nu op leeftijd, maar kon als geen ander gasten op hun gemak stellen. Een veilige sfeer creëren staat ook bij In Gesprek Met hoog in het vaandel.”
Tot slot: welke aflevering is tot nu toe de meest memorabele? „Oei, dat zijn er zovéél. Vooruit, dan kies ik voor het zeer uitgebreide gesprek met Ernst Jansz, een paar jaar terug. Het ging voornamelijk over Dylan. Geluidstechnicus Peter van der Elst begon op een gegeven moment wild te zwaaien. Hij bedoelde te zeggen: time is over. Tijdens de opnames hebben we besloten om er bij wijze van uitzondering twee uitzendingen van te maken. Als klap op de vuurpijl hebben Ernst en ik samen nog een nummer de studio ingeslingerd. Ik zong daarbij vanzelfsprekend de tweede stem.”